Zorgen over de afbouw van GasTerra
GasTerra is de afgelopen dagen een aantal keer in het nieuws geweest. Dinsdag 12 april wordt in de Tweede Kamer de motie van de Kamerleden Henri Bontenbal (CDA) en Pieter Grinwis (ChristenUnie) behandeld. Ze verzoeken de regering “te bezien of GasTerra een doorstart kan maken als nationaal of Europees handelshuis voor gas”. Ook de Mijnraad adviseert in een brief aan het kabinet om “GasTerra niet op te doeken”.
In de recente Ronde Tafelbijeenkomst met de Tweede kamer over de afhankelijkheid van Russisch gas werd door een van de bevraagde energie-experts een “GasTerra 2.0” voorgesteld. Tenslotte riepen enkele politici in een opiniestuk in het FD op om de voortzetting van GasTerra met een transitie naar, zoals men voorstelde, een “HydroTerra”. Dit om de ontwikkeling van een waterstofmarkt, met oog voor nationale/maatschappelijke belangen, te ondersteunen.
Goed functionerende waterstofmarkt
De genoemde personen en instanties zien een rol voor GasTerra in de huidige aardgasmarkt en in een toekomstige waterstofmarkt. Dat in de huidige onzekere tijden houvast gezocht wordt bij een ervaren partij die publieke belangen in haar handelen meeweegt is begrijpelijk. We herkennen ook de boodschap dat je geen oude schoenen weg moet gooien voordat je nieuwe schoenen hebt, zoals betrouwbaar en omvangrijk aanbod van duurzame energie. Tenslotte herkennen we dat nu vrijwel alle aandacht uitgaat naar aanbod (productie) en gebruik van waterstof. Dat daartussen ook marktpartijen nodig zijn om vraag en aanbod aan elkaar te verbinden, wat gezamenlijk een goed functionerende waterstofmarkt vormt, blijft nog onderbelicht. GasTerra is overigens niet betrokken geweest bij de totstandkoming van boven genoemde rapporten, brieven, artikelen en motie.
De recente oproepen tot voortzetting van GasTerra betreffen naar ons inzicht niet zozeer het bedrijf zoals het nu bestaat, maar meer algemeen een speler zoáls GasTerra: een grote speler met internationale ervaring, die niet alleen commerciële belangen nastreeft maar die ook maatschappelijke belangen zoals leveringszekerheid behartigt.
Eind 2024 moet afbouw gereed zijn
Het besluit tot afbouw van GasTerra komt voort uit het vervallen van de specifieke taak waarvoor GasTerra ooit is opgericht: het vermarkten van Groningen gas. Met het sluiten van het Groningenveld vervalt die taak. Daarom is in 2020 met de afbouw gestart. De gasportefeuille wordt geleidelijk afgebouwd. Nieuwe verplichtingen worden niet meer aangegaan, bestaande verplichtingen worden niet meer verlengd of worden verkocht of overgedragen en het personeelsbestand daalt met het afnemende takenpakket. Eind 2024 moet die afbouw zijn afgerond. Dan nog resterende verplichtingen zullen in overleg met de aandeelhouders worden overgedragen aan een nog te bepalen partij. De afbouw is een zeer complexe operatie die gezien de financiële en maatschappelijke belangen veel zorgvuldigheid en focus eist.
Tot het einde van GasTerra zullen we ons blijven inzetten om onze commerciële verplichtingen na te komen en de maatschappelijke rol in het kader van de leveringszekerheid te vervullen. GasTerra heeft daarnaast de verantwoordelijkheid voor het goed achterlaten van de gasmarkt in haar strategie vastgelegd. Er wordt daarom hard gewerkt om alle kennis en ervaring die we bezitten met de markt en andere stakeholders te delen. Het vastleggen van die kennis, het uitgeven van brochures, het geven van presentaties, het overdragen van onze ervaring met internationale contracten en het omgaan met ondergrondse gasopslagen is daarom eveneens ons dagelijks werk geworden en zal de resterende jaren worden voortgezet.