Spring naar inhoud

'Gas heeft ons veel gebracht, daar hebben we nu last van'

CEO Annie Krist in een interview met Energeia

Energeia

'Gas heeft ons veel gebracht, daar hebben we nu last van'

Door Jeroen Savelkouls

14 februari - Annie Krist is de kapitein van een schip dat op weg is naar zijn laatste bestemming. Met de versnelde teruggang van de productie uit het Groningen-veld verliest haar GasTerra zijn bestaansrecht. Dat stelt het bedrijf zelf en de gasmarkt als geheel voor grote uitdagingen. “Wij zijn gewoon gasverslaafd”, aldus de directeur.

In oktober vorig jaar maakte minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat, VVD) het bekend: de aandeelhouders van GasTerra -de Staat, EBN, Esso en Shell- trekken de stekker eruit. Binnen afzienbare tijd moet de publiek-private onderneming worden ontmanteld. Een complex project dat een aantal jaren zal vergen, aldus Wiebes. Want het bedrijf heeft lange tijd een cruciale positie in het Gasgebouw en daarmee de gasmarkt als geheel ingenomen. Tegelijkertijd is het onvermijdelijk, zo denkt ook directeur Annie Krist.

Waarom is het onvermijdelijk dat GasTerra verdwijnt?
“Wij zijn opgericht om het Groningen-gas te vermarkten, te verkopen. In de loop der tijd zijn daar activiteiten aan toegevoegd, zoals de inkoop uit kleine velden, de import van aardgas uit Noorwegen en Rusland, maar dat gebeurde altijd met oog op onze missie. Als dan wordt besloten dat Groningen dichtgaat, heb je een zinloze missie. Er zijn dan twee mogelijkheden: doorgaan met een andere missie, of ophouden te bestaan. Natuurlijk hebben de vier aandeelhouders zeer zorgvuldig naar alle mogelijkheden gekeken, maar er had geen ander besluit uit kunnen komen: dit is onvermijdelijk.”

Wanneer valt precies het doek? In 2022, als de gasproductie mogelijk op nul uitkomt? Of pas na de definitieve insluiting van het Groningen-veld?
“We bestaan nog wel een aantal jaren, ook nog na 2022, maar de exacte termijn wordt nog bezien. Eén ding is wel zeker: het besluit om te stoppen is definitief.”

Intussen investeert u nog wel in groen gas, en in waterstof. Waarom?
“Wij hebben altijd gezegd: bij waardemaximalisatie van aardgas hoort ook nadenken over wat daarna komt. In feite voegen we door deze investeringen waarde toe aan dat gas.”

Hoe dan?
“Door een toekomstperspectief voor de infrastructuur te creëren. Als het perspectief is dat de infrastructuur niet redundant is omdat er andere gassen doorheen gaan, dan heeft dat waarde voor de keten; je doet dan geen zinloze investeringen. Zo lang wij bestaan, zullen we ons inspannen om de markt vooruit te helpen, nu vooral nog de aardgasmarkt, maar steeds meer ook de markt voor duurzame gassen.”

“Wij hebben nu al een groengasportefeuille, en kopen ook garanties van oorsprong in. Op het gebied van waterstof bestaat onze inspanning vooral uit het nadenken over wat er nodig is om een markt te ontwikkelen. Hoe komen vraag en aanbod samen? Wat is een goede CO2-prijs om waterstof aantrekkelijk te maken? En moet het regionaal georganiseerd worden, of gaat het naar een wereldwijde markt zoals LNG? Wij hebben ooit de West-Europese gasmarkt ontwikkeld, er werken hier best wel wat mensen die daar verstand van hebben.”

Dan is het wel van belang dat uw organisatie in de tussentijd niet leegloopt. Zoals bij de Belastingdienst, waar een afvloeiingsregeling iets te populair was.
“Onze medewerkers waren in eerste instantie natuurlijk teleurgesteld door het besluit, maar de duidelijkheid heeft ook voordelen. Als je kapitein bent op een schip dat geen koers heeft, is het lastig sturing geven. Het bedrijf verkeerde al een tijd in onzekerheid, ook nadat we, voor het eerst in het voorjaar van 2018, het getal nul hoorden. Maar nu besloten is een afbouwplan te maken, kunnen we ergens naartoe werken. De koers is bepaald, we kunnen naar de aanlegsteiger varen en netjes aanmeren. Voor de medewerkers is er een sociaal plan. Een belangrijk verschil met de Belastingdienst: die hield niet op te bestaan.”

Dat maakt het probleem voor u alleen maar groter.
“We noemen het ook niet voor niets onze grootste uitdaging. Enerzijds is er continuïteit in de business nodig, anderzijds willen we medewerkers de mogelijkheid geven te vertrekken. Het is een interessante uitdaging, maar daar gaan we wel uitkomen. Ons afbouwplan voorziet daar in.”

GasTerra is een grote, dominante speler. Wat betekent het wegvallen van uw bedrijf voor het functioneren van de markt?
“Van de allergrootste betekenis is dat er straks geen Gronings gas meer is en dat wij een heel normaal, gas-importerend landje worden. Ook als wij niet zouden verdwijnen, zou de markt dus ingrijpend veranderen. In die zin ben ik niet zo bang dat het vertrek van GasTerra tot verschrikkelijke dingen leidt. Dat gezegd hebbende, wij hebben nu tot taak om GTS in staat te stellen de fysieke balans in het netwerk voor laagcalorisch gas in stand te houden. Onze rol daarin zal vervallen, en dan zullen , zolang de vraag naar laagcalorisch gas blijft bestaan, andere mechanismen voor gevonden moeten worden.”

“Daarnaast hebben we nu een wettelijke taak met betrekking tot kleineveldengas; indien dat ons wordt aangeboden, zijn we verplicht het in portefeuille te nemen. Wij zijn daarmee een soort ‘buyer of last resort’. Daar moet nog iets op verzonnen worden. En op de derde plaats leveren wij nu ook gas voor de piek aan GTS, dat moet eveneens op een andere manier geregeld worden. Overigens zijn in andere landen dit soort taken niet bij partijen belegd.”

En dan zijn er gevolgen voor de gastransporttarieven. In uw jaarverslag spreekt u de verwachting uit dat die na 2022 verder zullen stijgen.
“Als het stelsel zo blijft als het is, er is ook in de toekomst sprake van omzetregulering, dan zullen de tarieven gaan stijgen. Er zal immers minder gas getransporteerd worden. Verder bouwt GTS een stikstofinstallatie [om hoogcalorisch gas op Groningen-kwaliteit te brengen, red.] en moet het negen grootverbruikers van laagcalorisch gas aansluiten op het hoogcalorisch net. Ik ga ervan uit dat ook die kosten zullen worden omgeslagen over de gebruikers, en dan weet je zeker dat de tarieven zullen stijgen.”

Nu de gaswinning uit Groningen wordt teruggebracht, daalt ook snel uw behoefte aan transportcapaciteit. Ik begrijp dat u met GTS in onderhandeling bent om bestaande boekingen aan te passen. Aan welke ordegrootte moet ik dan denken?

“Wij zijn inderdaad in gesprek over de not-needed-capaciteit en hopen dat daar een oplossing voor komt. Ik ga niet zeggen om hoeveel capaciteit dat gaat, dat zou marktverstorend werken. Maar het gaat om aanzienlijke bedragen, zoals altijd in de gasindustrie. Wij draaien nog altijd een bizar grote omzet, met 140 medewerkers.”

Het besluit om Groningen vervroegd te sluiten, is natuurlijk ingegeven door de aardbevingenproblematiek. Maar ook aardgas uit andere bronnen is in Nederland bepaald niet populair meer. In de zogenoemde Regionale Energiestrategieën (RES’en) proberen regionale en lokale partijen te komen tot afspraken over alternatieve manieren om de gebouwde omgeving te verwarmen. Hoewel zij achter de doelstellingen en afspraken van het Klimaatakkoord staat, ziet Krist ook risico’s aan de gekozen manier van aanpak. Die is namelijk niet erg geschikt voor de uitrol van wat zij als een belangrijke oplossing ziet, namelijk groen gas.

“We hebben nu de neiging erg lokaal te kijken, terwijl een moleculensysteem een landelijk of zelfs Noordwest-Europees systeem is. Hoe verhoudt zich dat tot de lokaal gerichte opdrachten? Gaan we terug naar energiecoöperaties op gemeentelijk niveau, iedere stad zijn eigen gasfabriek? En wat betekent dat voor marktwerking en prijzen? Biogas heeft het nu best moeilijk, je hebt een grotere regio en een groter systeem nodig. Hetzelfde geldt voor waterstof. We praten nu over groene stroom die we ‘zelf’ op de Noordzee produceren, maar we zullen ook moeten gaan importeren. Waarom zou je dan straks als het gaat om duurzame moleculen opeens zelfvoorzienend willen zijn?”

Krist constateert dat in de onderhandelingen over de RES’en steeds vaker de conclusie wordt het getrokken dat het nog niet zo gemakkelijk is om te stoppen met aardgas. “Wij zouden nooit zeggen ‘told you so’, dat doet er ook helemaal niet toe, maar we hebben natuurlijk een heel lastige situatie in Nederland; we zijn gewoon gasverslaafd. Hier was nooit een kunstmestindustrie gekomen als de bel in Slochteren niet was gevonden. Ik denk zelfs dat Tata Steel er niet zou zijn gekomen. En kijk naar de glastuinbouw, het is toch merkwaardig dat wij in dit koude kikkerlandje bijna alle tomaten van de wereld kweken? Dat komt allemaal door dat aardgas. En we zijn gewend geraakt aan het comfort. Het heeft ons veel gebracht, en daar hebben we nu last van.”

©Energeia