Kabinet ontvouwt visie op gas
In de eerste brief ontvouwt de minister zijn visie op de rol van gas in het energiesysteem van nu en in toekomst. “Om de toekomstige gasbehoefte”, schrijft hij, “duurzaam in te kunnen vullen, is de ontwikkeling van CO2-vrije gassen als alternatief voor aardgas essentieel.” Het tweede stuk, de Routekaart Groen Gas, noemt een aantal maatregelen en instrumenten waarmee de productie van groen gas in Nederland kan worden opgevoerd naar ca. twee miljard kubieke meter in 2030. De derde brief is een visiedocument waarin het kabinet betoogt dat CO2-vrije waterstof een noodzakelijke schakel is van de verduurzaming van de energievoorziening.
De nadruk die het kabinet legt op het belang van “moleculen” naast elektronen past in een trend. Tot voor kort werd, als het om verduurzaming van de energievoorziening ging, vooral naar (groene) stroom gekeken. Inmiddels dringt toenemend het besef door dat elektriciteit niet overal de enige en evenmin altijd de beste oplossing is. Op die plaatsen komt het aloude gas weer om de hoek kijken, zij het nu in CO2-vrije vorm als groen gas en blauwe en groene waterstof.
Voordat al deze alternatieven echt een rol van betekenis kunnen spelen, moet nog veel gebeuren. Dat geldt vooral voor waterstof, dat momenteel voornamelijk als grijze grondstof voor de chemische industrie wordt toegepast en nog nauwelijks als energiedrager. Groen gas is al verder ontwikkeld, maar heeft evengoed ook nog een lange weg te gaan. Productiecapaciteit en beschikbaarheid van (duurzame) biomassa zijn belangrijke bottlenecks.
De beleidsbrieven van de minister zijn in goede aarde gevallen bij de gassector. In een persbericht schrijft de directeur van Groen Gas Nederland, Gerd van de Logt, dat het “goed is dat nut en noodzaak van groen gas worden onderschreven door het Rijk. Groen gas heeft veel mogelijkheden, maar ook beperkingen om op te schalen. Het document [de routekaart] is een startpunt en biedt een stevig raamwerk om de komende jaren samen met de sector en het Rijk verder te werken aan hoogwaardige opschaling”.
De drie beleidsbrieven zijn onder andere gepubliceerd op de website van de Tweede Kamer: