Een handelsmarkt voor waterstof?
Energie is grotendeels vrij verhandelbaar. Om de energietransitie te laten slagen wordt veel verwacht van duurzaam geproduceerde waterstof. Voor dit gas bestaat echter geen handelsmarkt. Daar komt bij dat er voor dit essentiële onderdeel van de waardeketen relatief weinig aandacht is. De discussies spitsen zich veelal toe op financiële, economische, technologische aspecten, de potentie, de soorten productie en wat er gebeurt bij gebruik in bestaande gasinstallaties. Kort gezegd, het gaat vooral over het ‘wat’; het ‘hoe’ blijft onderbelicht.
Drie fasen
De energiemarkten zijn zoals gezegd vrij. Dit houdt in dat handelaren zelf kunnen bepalen welke energieproducten bij welke tegenpartij, wanneer en tegen welke prijs verhandeld worden. Een vrije markt stimuleert de verhandelbaarheid van het product; de handel bepaalt de prijs. Doordat dit voor het nieuwe energieproduct waterstof nog niet is geregeld, blijft de vraag waar en met wie straks contracten voor levering gesloten kunnen worden, vooralsnog dus onbeantwoord.
Is er voor waterstof een parallel te trekken met de ontwikkeling van de aardgasmarkt? Daar heeft Nederland immers, primair dankzij de beschikbaarheid van grote eigen voorraden, veel ervaring mee opgedaan.
In de loop der tijd is het marktmodel voor de groothandel in aardgas structureel veranderd. De ontwikkeling doorliep drie fasen. De eerste fase was de creatie van een gesloten markt. In deze periode waren handel en transport ondergebracht in een geïntegreerd bedrijf, Gasunie, en werden leveringscontracten uitsluitend bilateraal gesloten, dat wil zeggen tussen Gasunie en de afnemer. Kenmerkend voor dit type contract is het maatwerk en de lange looptijd. In de tweede fase werd de markt opengesteld voor derden. Hieruit volgde de splitsing van de handels- en transportfunctie van Gasunie in een handelsbedrijf, GasTerra, en een transportonderneming, die de naam Gasunie behield. Om vrije handel mogelijk te maken werd een handelsplaats gecreëerd, de Title Transfer Facility (TTF). De hiermee verbonden handelsbeurs diende voortaan als standaard overdrachtspunt voor het eigendom van de commodity aardgas. Het sluiten van bilaterale langtermijncontracten bleef mogelijk. De derde en laatste fase leidde tot de huidige situatie, die zich kenmerkt door een groot volume, een verscheidenheid aan producten en intensieve handel.
Overeenkomsten en verschillen
De ontwikkeling van de aardgasmarkt laat zien hoe een liquide, vrije handelsmarkt tot stand kan komen. De gelijkenissen met waterstof liggen voor het oprapen. De eerste fase van de aardgasmarkt lijkt op de huidige handel in waterstof. Producent en afnemer sluiten bilaterale maatwerkcontracten; de markt is verticaal geïntegreerd. Waterstof lijkt qua gebruiksmogelijkheden ook op aardgas: het is gasvormig, het transport verloopt idealiter via pijpleidingen over lange afstanden, de transportleidingen vormen een natuurlijk monopolie en het kan efficiënt in grote hoeveelheden worden opgeslagen.
Er zijn echter ook belangrijke verschillen. Om te beginnen is de waterstofmarkt klein. De momenteel verhandelde waterstof dient nog voornamelijk als grondstof voor de petrochemische industrie. Als energiedrager wordt waterstof, zeker in vergelijking met aardgas, nog maar weinig toegepast. Daarmee hebben we het belangrijkste obstakel voor de ontwikkeling van een vrije waterstofmarkt genoemd: te weinig volume. En, zo weet iedere handelaar, zonder volume geen handel. Op de aardgasmarkt is juist wel (meer dan) voldoende product beschikbaar, terwijl ook de afname in binnen- en buitenland is gegarandeerd. En dat was al zo op het moment dat zij werd geliberaliseerd.
Er is nog een ander essentieel onderscheid. Aardgas wordt eerst gewonnen en legt vervolgens een traject af voordat het wordt geleverd op een fysieke aansluiting. De in- en verkoop kan plaatsvinden op dit overdrachtspunt of via de TTF, waar gehandeld wordt in gas dat zich al in het systeem bevindt. Het openen van de aardgasmarkt, de tweede fase, kwam in feite neer op het (ten dele) verleggen van de handel van het overdrachtspunt naar de handelsplaats. Voor waterstof zal het anders gaan. De in vergelijking met aardgasvelden kleinschalige productiebronnen -fabrieken van blauwe* waterstof of grote electrolysers die windenergie omzetten in groene** waterstof- zijn te vergelijken met elektriciteitscentrales. Om de productie op het vereiste kritische niveau te brengen zijn er veel nodig. Het is daarnaast cruciaal dat de benodigde volumes ook betrouwbaar geleverd worden. Dankzij het overvloedige en stabiele aanbod van aardgas heeft blauwe waterstof hiervoor vooralsnog de beste papieren.
Echter: een handelsbeurs alleen betekent nog geen handel. De vraag is: bij wie koop je waterstof? Want ook al is er én voldoende vraag én aanbod én een beurs, het is geen gegeven dát deze drie essentiële factoren automatisch samenkomen. Standaardisatie van een beperkt aantal producten is daarvoor een onmisbare voorwaarde. Dit geeft sneller marktdiepte*** en liquiditeit en dus steeds betrouwbaardere prijzen, wat weer extra handel aantrekt. Vervolgens moet een brug worden geslagen tussen deze standaardproducten en de specifieke wensen van de afnemer. Ook daarin spelen handelaren een belangrijke rol, bijvoorbeeld door het aanbieden van diensten als flexibiliteit die, net zoals dat voor aardgas het geval is, kopers in staat stellen af te nemen naar behoefte. Daarna volgt het bouwen aan vertrouwen door naast het aanbod en de diepte de toegankelijkheid van de markt te vergroten. Aldus kan uiteindelijk de derde fase worden bereikt, die waarin de huidige, liquide aardgasmarkt zich bevindt.
Paralellen en perspectief
Samengevat, er zijn duidelijke parallellen te trekken tussen de markt voor aardgas en die voor waterstof. Het ontwikkelingstraject komt in grote lijnen overeen. Momenteel zijn karakteristieken van de eerste fase te herkennen. Gesteld dat aan de hiervoor beschreven voorwaarden wordt voldaan, lijkt de creatie van een vrije handelsmarkt voor waterstof in Nederland een realistische doelstelling. Het perspectief is uiteindelijk een liquide markt, waarin het spel van vraag en aanbod de laagst mogelijke prijs bepaalt. Zo realiseren we dit deel van de energietransitie tegen de laagst mogelijke kosten en is die spreekwoordelijke gulden (euro) ook op de waterstofmarkt een daalder waard.
* Blauwe waterstof wordt gemaakt uit het belangrijkste bestanddeel van aardgas, methaan (CH4). In dit proces komt CO2 vrij, dat wordt afgevangen en ondergronds opgeslagen. Dankzij deze processtap is blauwe waterstof klimaatneutraal.
**Groene waterstof wordt met behulp van groene stroom via elektrolyse aan water (H2O) onttrokken; naast de waterstof (H2), komt daarbij zuurstof (O) vrij.
De ***diepte van de markt staat voor het vermogen van de markt om een substantieel volume van een verhandelbaar product aan te houden zonder dat dit te prijs van dit product beïnvloedt. Standaardisatie van een gelimiteerd aantal producten vergroot de diepte en verhoogt daarmee de liquiditeit van een markt.